Op 1 juli 2021 gaat de nieuwe Wet inburgering in. Vanaf die datum is de gemeente verantwoordelijk voor de inburgering van haar nieuwkomers. Het doel van deze wet is dat alle nieuwkomers met een inburgeringsplicht zo snel mogelijk Nederlands leren spreken en schrijven op het voor hen hoogst haalbare niveau. Ook is de insteek dat zij zo snel mogelijk, het liefst betaald, werk krijgen, om volwaardig mee te kunnen doen in Nederland. Naast de regierol wordt van de gemeente ook verwacht een verbinding te maken met de andere taken binnen het sociaal domein.

Voor wie geldt de inburgeringsplicht

De inburgeringsplicht geldt voor iedere vreemdeling van 16 jaar tot de AOW-leeftijd die zich blijvend in Nederland vestigt en een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd heeft. De Wet inburgering maakt een onderscheid tussen statushouders, gezinsmigranten en ‘overige migranten’. Onder deze laatste groep vallen de geestelijken (imams, rabbijnen en kloosterlingen) en vreemdelingen met een niet-tijdelijk humanitaire verblijfsstatus. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) stelt vast wie een inburgeringsplicht heeft en maakt hierbij gebruik van gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) die over de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling gaat.

Inburgering wordt maatwerk

Nieuwkomers moeten vanaf het begin meedoen in Nederland en de inburgering moet niet te lang duren (1 ½ tot max. 3 jaar). Ook moet de inburgering aansluiten op de behoefte van de nieuwkomers (maatwerk) zodat zij op een volwaardige manier kunnen meedoen. Daarvoor is het belangrijk dat de nieuwkomer een combinatie krijgt van Nederlandse taalles en participatie, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, een opleiding of een (betaalde) baan. Zo leert de nieuwkomer het Nederlands sneller en doet hij of zij vanaf het begin mee.

Voorbereiding inburgering

De voorbereiding van gezinsmigranten begint al in het land van herkomst. Zij zijn verplicht om daar het basisexamen inburgering af te leggen. Statushouders krijgen de mogelijkheid om in het Asielzoekerscentrum (AZC) deel te nemen aan het programma ‘Voorbereiding op de inburgering’. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is verplicht om dit aan alle statushouders in het AZC aan te bieden. Dit programma (plus begeleiding) is gericht op het leren van de Nederlandse taal en dient als een eerste oriëntatie op de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt.

Regierol gemeente

In het inburgeringsstelsel krijgt de gemeente de regie over de uitvoering van de inburgering. Door de regierol bij de gemeente te leggen kan een betere en slimmere verbinding worden gelegd tussen de inburgering en de andere wettelijke taken in het sociaal domein: Jeugdwet, Participatiewet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en Wet Schuldhulpverlening. Veel nieuwkomers maken gebruik van een of meerdere van deze voorzieningen.

Taken gemeenten nieuwe Wet inburgering

Van de gemeente wordt het volgenden verwacht:

Brede intake

De inburgering begint met een brede intake door of onder regie van de gemeente. Deze intake brengt de persoonlijke situatie en leerbaarheid van de nieuwkomer in kaart.

Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP)

Op basis van de brede intake stelt de gemeente in overleg met de nieuwkomer een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) op. Het opstellen van dit plan is maatwerk en is de vertaling van de uitkomsten van de brede intake naar persoonlijke doelen van de nieuwkomer. Het PIP is een verplicht onderdeel van het inburgeringstraject voor statushouders, gezinsmigranten en overige migranten. Het PIP heeft de vorm van een beschikking en is dus een officieel besluit van de gemeente. Hierdoor kan de gemeente het niet-nakomen van de afspraken handhaven.

Inburgeringsaanbod

De gemeente is verplicht om er zorg voor te dragen dat aan de statushouder tijdig een inburgeringsaanbod wordt gedaan dat aansluit bij de leerroute en het PIP. Gezinsmigranten en overige migranten krijgen geen aanbod van de gemeente, omdat ze geacht worden zelf hun inburgering te kunnen regelen (eigen verantwoordelijkheid).

Ook is de gemeente verantwoordelijk voor de kwaliteit van dit inburgeringsaanbod en wordt er verwacht dat deze handelt bij signalen van misstanden.

Voortgangsgesprek

De gemeente nodigt de nieuwkomer periodiek uit voor een voortgangsgesprek.

Maatschappelijke begeleiding

De maatschappelijke begeleiding is gericht op het regelen van praktische zaken en het vergroten van de kennis van de Nederlandse samenleving. Het doel is het versterken van de zelfredzaamheid en de participatie van statushouders. Gezinsmigranten en overige migranten krijgen geen maatschappelijke begeleiding aangeboden.

Ontzorgen van statushouders

De gemeente is verantwoordelijk voor de financiële ontzorging van bijstandsgerechtigde statushouders tijdens de eerste zes maanden van hun verblijf. Het gaat om het (vooruit)betalen van vaste lasten als huur, zorgverzekering, gas, water en elektra. Het doel is om financiële problemen te voorkomen en de zelfredzaamheid te versterken.

Inburgeringsroutes

Er zijn verschillende ‘inburgeringsroutes’ die, afhankelijk van de situatie van de inburgeraar, gevolgd kunnen worden. Naar aanleiding van de intake en het PIP wordt de meest geschikte route geselecteerd.

  • Via de **onderwijsroute** behalen jonge inburgeraars een Nederlands schooldiploma. Na een taalschakeltraject worden zij zo snel mogelijk doorgeleid naar het reguliere onderwijs (MBO, HBO of WO).
  • De **B1-route** maakt het mogelijk dat inburgeraars zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar, taalniveau B1 behalen. In deze route zal taal worden gecombineerd met (vrijwilligers)werk.
  • De **Z-route** (zelfredzaamheidsroute) is voor inburgeraars voor wie de onderwijs- of B1-route niet haalbaar is. Deze leerroute heeft als doel binnen drie jaar zelfredzaamheid binnen de maatschappij te cultiveren voor de inburgeraar.

Samenwerking tussen gemeenten

Momenteel is de instroom van statushouders laag wat betekent dat gemeente Zevenaar samenwerking met andere gemeentes in de regio Arnhem zal gaan zoeken om voldoende kwaliteit te kunnen bieden. Denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijke inkoop van leerroutes om met voldoende volumes passende partijen te vinden en het realiseren van diversiteit in het inburgeringsaanbod.

Gemeente moet wel vaart maken

Gemeenten staan achter de het doel van deze nieuwe aanpak: nieuwkomers verplicht laten inburgeren zodat zij snel en volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij. Maar ondanks dat de invoeringstermijn opgeschoven is naar 1 juli volgend jaar, is het voor veel gemeenten toch nog een hele uitdaging om alles op tijd klaar te hebben. Daarbij komt dat de kaders vanuit de overheid en de bijbehorende budgetten nog niet helemaal duidelijk zijn. Dit zou in mei afgerond moeten zijn maar de huidige coronacrises zal hier zeker van invloed op zijn. Ondanks deze onduidelijkheden en met nog iets meer een jaar te gaan, is wachten niet verstandig. De gemeente Zevenaar heeft al de eerste stappen gezet.